Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
oppugnant
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
tegimini
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
tegemini
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
appellabantur
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
appellabuntur
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
iubemur
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
iubemus
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
doceberis
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
doceris
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
imperabor
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
ducar
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
dimittitis
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
iuvabatur
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
iuvabit
Duid telkens de tijd aan en de vox (=actief of passief)
relinquimur